Geboren 16, gedoopt in de N.H. Buurkerk te Utrecht 20 juli 1732, vader mr Joan, wonende op de Springwegh, geboren te Rotterdam, moeder Cornelia van Wijngaarden (D Utrecht 432j en N.L. 1905 blz. 111); ondertrouw te Batavia 8 december 1764 en trouw in januari 1765 met Johanna Catharina Bangeman, geboren te Hamburg in 1737, dochter van Pieter Joan en Wilhelmina Johanna Nemegheer, tevoren in 1e echt getrouwd te Batavia in december 1757 met David Kien, geboren te Alkmaar 14 maart 1731, zoon van Johan, generaal-majoor der cavalerie, en Maria Jacoba de Bloys van Genderdeure, overleden te Batavia in 1758, en in 2e echt te Batavia in november 1758 mat Johan Laurens Huygens uit Boxtel, onderkoopman, 2e administrateur der negotiepakhuizen, zoon van Christiaan, heer van de Hulst te St. Oedenrode, an Anna Theresia Johnston van Elphingston, begraven te Batavia 14 december 1763, van wie zij drie kinderen had, begraven in de Kloosterkerk te 's-Gravenhage 10 februari 1804, overleden op de Nieuwe Haven no. 241 (Landsarchief Djakarta, Impostreg. 's-Gravenhage no 75, N.L. 1905 blz. 126 en Tax. 1911 blz. 30); een zoon, Johan Willem, gedoopt in de N.H. Hollandse kerk te Batavia 20 augustus 1766 (Landsarchief Djakarta); een dochter Cornelia Catharina, geboren te Batavia in october 1767, trouwt in de N.H. Kruiskerk te 's-Hertogenbosch 19 october 1786 met Reinier Otto Schrassert geboren te Arnhem 5 october 1766, zoon van Johan, advocaat voor den Hove Provinciaal van Gelderland, en Gerharda Johanna Westenbergh, dochter van Statiu Reinier, ordinaris raad in den Hove Provinciaal van Gelderland, en Elsabè Anna Catharina Olmius, sinds 1 mei 1783 cornet in het regiment cavalerie van generaal-majoor Van Stöcken, in 1786 in garnizoen te Zaltbommel, in 1818 luit-kolonel en pl. commandant te Woerden, overleden te Arnhem 20 juni 1831 - en kinderloos overleden te Arnhem 21 mei 1844 (S 's-Hertogenbosch 93 en 129, | 562 |
AR.A. Raad van State 1946, Ferwerda, Adel. en aanz. wapenb. van de 7 Prov. dl. II, Tax. 1922 blz. 9 en Krantenknipsels C.B.v.G.); in 1752 gezworen klerk bij de Oost Indische Compagnie, 13 juni 1752 onderkoopman en dagregisterhouder, 15 augustus 1752 adjunct 1e gezworen klerk en collecteur van het Kleine Zegel, 15 juli 1757 vertrokken naar Ceylon, 28 augustus 1758 secretaris van justitie te Colombo, 24 juni 1762 overgeplaatst naar Batavia, 2 maart 1763 aan boord van het schip Amelisweert, varende van Colombo naar Batavia, 12 september 1763 1e gezworen klerk ter generale secretarie, 23 augustus 1765 2e secretaris en 4 juli 1769 1e secretaris van Hun Ed. Mog., van 11 november 1769 - 7 november 1774 gouverneur en directeur van Ambon, 11 september 1776 nog te Batavia en 10 april 1777 aan boord van het schip Amsterdam, varende van Kaap de Goede Hoop naar Amsterdam (N.L. 1905 blz. 126 en 111 en V.I. van de Wall, De Ned. oudheden in de Molukken, 1928 blz. 143); 14 augustus 1777 poirter van 's-Hertogenbosch (Poirtersboek 3); woonde in 1779 te Oirschot en in 1781 te 's-Hertogenbosch (Voorname huizen II blz. 214 en III blz. 426); woonde in 1784 en 7 augustus 1785 op 't Hof van Solms te Oirschot (Landsarchief Djakarta en A.R.A. Raad van State 1139 exh. 28 februari 1786); kocht 10 mei 1786 het kasteeltje Kouwenbergh te Vught, waar hij 6 augustus 1798 nog woonde en dat 21 februari 1818 door zijn dochter werd verkocht aan Hugo Beresteyn (Tax. 1922 blz. 9 en N.L. 1905 blz. 111); komt voor in Album amicorum van J.W. van Nouhuys d.d. 1 juli 1789; in 1789, 1792 en 1793 schepen te 's-Hertogenbosch (Van Zuylen XVII, S 567 en A.R.A. Staten-Generaal 8006); kocht in 1798 te Vught het aan de Markt gelegen geboortehuis van Isaac Johan Alexander Gogel, de latere minister van Financiën onder koning Lodewijk en keizer Napoleon (Tax. 1925 blz. 159); begraven in de kerk te Vught 7 september 1798 (S Vught 8); executeur-testamentair was Laurens de Sille, wonende op Zegenwerp te St. Michielsgestel, die op 18 maart 1802 voor notaris Jan de Bergh te 's-Hertogenbosch procuratie gaf op Albertus Huskus, makelaar te Amsterdam (R.A.N.Br. R 's-Hertogenbosch 3240 en A.R.A. Az. Rd. 95 no 679). | 563 |
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 562-563